Vandaag heb ik meneer S. naar de begravenis van zijn moeder vergezeld.   

Een paar dagen geleden hadden we van een familielid gehoord dat zijn moeder was overleden. Over de banden die hij nog met  zijn familie onderhield, wisten we weinig. Hij is geneigd ons met een brede glimlach te vertellen dat alles goed gaat, dat de contacten in orde zijn en dat het hem ook goed gaat. Maar we weten dat hij soms “te trots” is om ons te vertellen dat hij een moeilijke periode te verwerken heeft.

Meneer S. wacht me voor zijn woning op, glad geschoren en met twee grote boeketten onder zijn arm.

Vandaar gaan we naar het uitvaartcentrum en crematorium in Charleroi.

Onderweg praten we met elkaar. Hij vertelt me wie zijn moeder was en waarvan hij bij haar het meeste hield. We luisteren naar muziek die ze apprecieerde en hij vertelt me wat hij zich van haar herinnert. Tijdens de rit schommelt hij tussen lachen en huilen.

Hij zegt dat ik hem na de plechtigheid niet thuis hoef te brengen omdat hij ’s avonds misschien met zijn familie gaat eten. Maar voor het begin wil hij graag dat ik bij hem blijf.

Bij het uitvaartcentrum aangekomen, houd ik me op afstand. Hij loopt naar de doodskist en legt er zijn twee boeketten op.

Hij loopt terug, kijkt om zich heen en is blijkbaar de kluts kwijt.

Dan komt hij paniekerig op mij af en zegt dat hij niets meer begrijpt, dat hij zijn vader en zusters niet ziet en dat hij niet zeker is of we op de juiste plaats zijn.

Ik stel hem gerust en zeg dat dit wel de juiste plaats is maar dat mensen in de loop van de jaren veranderen zodat je ze niet meer onmiddellijk herkent.

Ik wijs hem op drie personen die sterk op hem lijken en zeg dat ze volgens mij zijn vader en zusters zijn. Ja, zegt hij, maar ze zijn wel veranderd. Ik zeg hem dat het herstellen van contacten in het begin emotioneel kan zijn en dat dit het beste geleidelijk gebeurt.

Hij benadert hen voorzichtig en zonder te veel te durven storen probeert hij hun aandacht te trekken.

Ik verwittig hem dat ik moet vertrekken en ga terug naar mijn bureau. Twee uur later belt hij om me te zeggen dat hij in de trein terug naar Brussel zit, dat ze heel weinig met elkaar gepraat hebben maar dat ze tijdens de week zouden bellen om te zien hoe het gaat.

Het herstel van contacten is gecompliceerd, vergt tijd en kan soms intens zijn. Maar we zullen hem helpen bij het vervullen van die wens - want die gaat hem werkelijk ter harte.

  • Manon, verpleegster in de afdeling Huisvesting

(*) We stellen alles in het werk om de privacy van onze patiënten te beschermen en ons beroepsgeheim te respecteren. Toch willen we getuigen hoe onze patiënten moeten overleven en hoe we samen aan hun re-integratie werken. Daarom zijn namen van personen en plaatsen weggelaten of veranderd en reële situaties in een andere context geplaatst. Er is geen rechtstreeks verband tussen de mensen op de foto’s en het hier bovenstaande verhaal.